Ruitershofje
In 1546 kocht de rijke bierbrouwer Henrick Ruyter een stuk grond aan de Nieuwstad om er armenhuisjes te bouwen. Uiteindelijk werden er 19 woningen gerealiseerd. Het complex kreeg de naam Ruitershofje. Henrick Ruiter nam zelf het bestuur van zijn levenswerk op zich. Lang echter heeft hij dit niet kunnen uitvoeren. Tijdens het Zutphens beleg in 1572, is hij door de Spanjaarden beestachtig vermoord.
Zijn nageslacht heeft slecht zorg gedragen voor de armen- huisjes met als gevolg dat zij in verval raakten. De Sint Anthonie Grote Broederschap kocht het complex in 1784.
Nieuwbouw 1879
Men sloopte het en bouwde in 1879, 19 nieuwe woningen rond een hofje met centraal de gemeenschappelijke pomp. (dit is het huidige hofje aan de Berkelsingel). De huisjes waren bestemd voor weduwen, ongehuwde vrouwen en echtparen van tenminste 50 jaar. De bewoners moesten protestants zijn en kunnen bewijzen dat ze een onbesproken leven hadden geleid.
Een huisje aan de binnenplaats koste ƒ 50.00 terwijl een huisje met uitzicht op straat ƒ 60.00 moest opbrengen. Daar stond tegenover dat men de rest van hun leven er kon wonen en recht had op 'preuven'. Preuven waren uitkeringen van enkele stuivers per week. Daarnaast kreeg men middelen zoals boter, brood, kleding en ook turf. Om 20.00 uur ging de poort dicht en om 22.30 uur het licht uit. Mensen van buitenaf was het niet toegestaan om binnen het hofje de nacht door te brengen. Hier werd nauwlettend op toegezien door de portierster die bij de ingang van het hofje woonde.
Wie tegenwoordig het hofje binnenloopt ervaart een totaal andere beleving, het keurige gazon, de gezellige tuinbankjes en bloempotten met fleurige planten, maken het een weldaad om te wonen. Men hoeft niet meer om 20.00 uur binnen te zijn omdat de poort anders sluit. In het midden van het hofje staat op het gazon een prachtig Brons. Beeldhouwer Frans Letterie (1931) maakte in 1981 dit beeld "Ruiters".
Ruiters:
Niet alleen qua voorstelling past dit beeld uitstekend in het Ruitershofje, ook het intieme en gesloten karakter van het binnen pleintje keert erin terug. Zoals in veel van zijn werk zet Letterie hier de hechte oeroude band tussen mens en dier Centraal. De hoofden van de paarden en hun berijders zijn na elkaar toe gebogen; mens en dier zoeken nadrukkelijk contact. Individuele kenmerken, zoals gezichten en kleding zijn door de beeldhouwer bewust achterwege gelaten. Dit zou ons alleen maar afleiden van het centrale thema. De lichamelijke zwaarte van de groep wordt opgeheven door het speelse ritme van de slanke paardenbenen, waarmee het beeld perfect in balans is gebracht .
Tekst bij het beeld Ruiters: Bron: Zutphen in Beeld, Kijk op beeldende kunst. Een uitgave van KIWANIS CLUB ZUTPHEN E.O